Nanda Roep in Trouw, 10 juni 2000 over Tijgerverdwijnmedicijn:
‘Pauline Michgelsen (1961) zoekt het in de kleine bijzonderheden in de realiteit. […] Het moeilijke aan dit genre kleuterverhaal, dat dichtbij poëzie komt, is dat je in weinig woorden precies de goede snaar moet zien te raken. Soms lukt dat Michgelsen erg goed. Bijvoorbeeld in het verhaal ‘Niks’. Het regent buiten, Kareltje verveelt zich en begint aandacht te trekken. Steeds als hem wordt gevraagd wat er is, zegt hij: ‘Niks.’ Tussen de regels door voel je hoe de regen blijft vallen en hoe Kareltje langzaam de grens nadert hoever hij zijn ouders kan lastigvallen. De teksten worden ondersteund door de subtiele tekeningen van Harmen van Straaten. […]’
Fietsen zonder Zijwieltjes stond in 2003 op de longlist van de Gouden Uil Jeugdliteratuurprijs en kreeg in september 2002 de Pluim van de Maand van Ouders van Nu, Bobo, Leesgoed en de Utrechtse Kinderboekhandel. Uit het juryrapport:
‘[…] Die zijwieltjes, ze staan als het ware als symbool voor de geleidelijke groei van een kleuter naar meer zelfstandigheid. Loskomen van de alomtegenwoordige zorg van ouders en andere opvoeders, op eigen kracht het evenwicht vinden. Kareltje die wellicht al bekend is uit het eerste boek over zijn prille bestaan, “Tijgerverdwijnmedicijn”, (de titel maakt al nieuwsgierig) bekommert zich voorlopig nog vooral om de kleine alledaagse gebeurtenissen die zich in zijn leventje voordoen. In tien korte verhaaltjes ontrolt zich het veilige, warme universum waarin hij zich beweegt. […] Herkenbare belevenissen, voor de kleuters die verhaaltjes te horen krijgen, maar ook voor de volwassenen die ze voorlezen. Beschreven in heldere zinnen, met een evenwichtige verhouding tussen de belevenissen van Kareltje en de reactie erop van de volwassenen. Bovendien krijgen de verhaaltjes, die zich laten lezen als de hoofdstukken van een groter geheel, iets extra’s door een rake observatie, een grappige dialoog of een kernachtig slot. De zwierige tekeningen- zwart-wit met oranje steunkleuren – laten Kareltje zien in ‘allerlei’ gemoedstoestanden en voegen grappige details aan het verhaal toe. […] En nu maar wachten op het vervolg.’ (Herman Kakebeeke)
Hanneke van den Berg, Noord-Hollands Dagblad, 13 juni 2002:
‘Wat een verademing is Pauline Michgelsen toch met haar boeken voor kleuters. Eerst verraste ze al met ‘Tijgerverdwijnmedicijn’ (2000) en nu heeft ze een tweede boek over Kareltje geschreven. Hoe moeilijk het is om voor kleuters te schrijven, die vaak te klein zijn voor het tafellaken en te groot voor het servet, bewijzen veel van haar collega’s. Vaak is het taalgebruik te betuttelend voor een kleuter die zichzelf al ‘heel groot’ vindt. Of ze doen zó hun best om niet neerbuigend te klinken, dat ze te ver doorschieten. Michgelsen slaat in de beschrijving van Kareltjes gedachten precies de juiste toon aan.’
De Morgen, 19 juni 2002:
‘Kleuterverhaaltjes willen wel eens melig worden. Niet zo in dit grappige en herkenbare verhalenbundeltje, waarin telkens hetzelfde kereltje gevatte commentaren geeft op de wereld. […] Het wordt nooit neerbuigend begrijpend of gewild trendy in deze toch wel eigentijdse scènes uit een kleuterleven. De tekeningen van Harmen van Straaten zette die luchtige sfeer perfect in de verf.’
Over Grotemensentanden schrijft Monique Snoeijen in NRC Handelsblad (28 mei 2004):
‘Pauline Michgelsen beheerst het lastige genre kleuterverhalen over alledaagse voorvallen. Haar nieuwe bundel Grotemensentanden verrast kind èn voorlezer.’
Peter de Boer, Trouw, 3 juli 2004:
‘[…] Michgelsen is een heel precieze, geinige en gevoelige verhalenvertelster die het alledaagse leven van een kleuter op een aangename wijze in kaart brengt. De buitengewoon levendige tekeningen van Harmen van Straaten, die los van monochrome tinten alleen de kleur oranje gebruikt, voegen aan het geheel nog een ontroerende, romantische allure toe. […] Er steekt werkelijk geen kwaad in de jongen. En daarmee hebben we een bijna klassieke nieuwe jonge held in de Nederlandse kinderliteratuur gekregen, zo’n jongen die soms domme dingen doet maar nooit expres. […] ‘Grotemensentanden’ is een uiterst vriendelijk, geestig kleuterboek zonder inzinkingen. Het te mogen voorlezen aan je nog kleine kinderen lijkt mij een voorrecht. Het doet niet literatuurderig en geeft de jonge lezers het volle pond. En daarmee is het toch wel echte kinderliteratuur.’
Pjotr van Lenteren, de Volkskrant, , 11 juni 2004
‘[…] Michgelsen schrijft knappe portretjes van alledaagse gezinsgebeurtenissen waarbij Kareltje, zijn vader en zijn moeder helemaal zichzelf blijven. Het is dat warme respect, gecombineerd met mooie, goedlopende korte kinderboekenzinnen, dat haar werk tot een voorleesgenot maakt. Michgelsen concludeert niet, maar geeft haar personages de ruimte om te vinden wat ze vinden en te voelen wat ze voelen. De kleuteremoties en gekke bokkensprongen van Kareltje en het subtiele beetje grotemensenhumor van de schrijfster zitten elkaar absoluut niet in de weg. […]’
In samenwerking met uitgeverij Querido deed Ouders Online in 2004 een experiment met een voorlees-panel van 10 gezinnen. Elk gezin ontving gratis prentenboeken om thuis voor te lezen. In ruil daarvoor schreven de deelnemende ouders een leesverslag. Hieronder enkele opmerkingen over Grotemensentanden:
‘Er is één groot probleem; 12 verhaaltjes zijn eigenlijk veel te weinig!’
‘Eindelijk een boekje dat met gevoel voor humor geschreven is.’
‘Een heerlijk boek, daar willen wij er wel meer van!’
‘Een aanrader.’ ‘Echt perfect boekje voor kinderen tussen de 4 en 8.’
‘Wat een verschrikkelijk leuk boekje! Favoriet is het verhaal over luizen, met als hoogtepunt de vader die roept: “Als ik er ook maar eentje vind, dan draai ik hem zijn nek om!” Elke dag weer dubbel van het lachen…’
‘Leuk boek dat erg aanspreekt.’